Red Hat OpenStack Platform 16.2 verbetert ondersteuning hybrid cloud- en edge-omgevingen

Red Hat kondigt OpenStack Platform 16.2 aan, de nieuwste versie van het cloud Infrastructure-as-a-Service (IaaS) platform. Door de nauwere integratie met Red Hat OpenShift is het mogelijk om zowel nieuwe als traditionele applicaties naast elkaar te draaien met verbeterde netwerkcapaciteit, beveiligingsfuncties, opslag, prestaties en efficiëntie.

Organisaties die met digitale transformatie bezig zijn, moeten vaak een balans vinden in het beheren van zowel container- als virtuele machine (VM) workloads - zelfs als de nieuwe applicaties cloud-native zijn. Met name bij communicatiedienstverleners (CSP's) ziet Red Hat dat zijn klanten en partners vaak virtuele netwerkfuncties (VNF's) en cloud-native netwerkfuncties (CNF's) naast elkaar draaien, omdat ze daarmee de prestaties van bare-metal omgevingen willen benaderen. Om hierbij te helpen biedt Red Hat OpenStack Platform 16.2 nieuwe mogelijkheden voor:
• Een verlengde lifecycle die continue feature-updates mogelijk maakt zonder de verstoring of mogelijke downtime die gepaard gaat met grote upgrades.
• De flexibiliteit om VM's en cloud-native applicaties parallel te draaien en bare metal-prestaties te bereiken dankzij de integratie tussen Red Hat OpenStack Platform en Red Hat OpenShift, het enterprise Kubernetes-platform.
• Keuze en efficiëntie door middel van nieuwe hardwareopties, waaronder 3e generatie Intel Xeon Scalable-processors en andere next-generation x86-architecturen, waardoor klanten open hybride clouds kunnen bouwen op de manier die het beste bij hun behoeften past, van core-architectuur tot hardware-offloading met smartNIC's.
• Vereenvoudigde storage door het samenvoegen van een grote verscheidenheid aan leveranciers en formaten, zodat klanten zich kunnen richten op applicatie-innovatie en niet op het onderhouden van op maat gemaakte of aangepaste opslagsystemen.

Meer connectiviteit naar de edge
Aan de randen van het netwerk, ofwel de ‘edge’, wordt beschikbaarheid van applicaties nog belangrijker, met name als er op deze externe locaties geen betrouwbare netwerkverbinding is met de centrale locatie. Dit zal de verwerking op de edge-locaties meestal niet tegenhouden, ook al zijn er wel degelijk situaties waarin constante connectiviteit met de centrale locatie missiekritisch is, bijvoorbeeld bij een ziekenhuissysteem dat een uitbraak aan het bestrijden is. Het centrale ziekenhuis, waar mogelijk het centrale datacenter gehuisvest is, kan weliswaar de gegevens van grote aantallen patiënten uit stedelijke gebieden verwerken. Maar als je de hele bevolking wilt bedienen, moet de zorg worden uitgebreid naar patiënten elders in het land. Dezelfde toepassingen moeten dan beschikbaar worden gesteld aan afgelegen klinieken met beperkte connectiviteit en ruimte. Door een hybride omgeving uit te breiden naar de plaats waar de gegevens nodig zijn, kunnen teams op verschillende locaties sneller beslissingen nemen, wat van cruciaal belang is in dit soort situaties.

Om op deze behoefte in te spelen, biedt Red Hat OpenStack Platform 16.2 nu availability zone access aan via Open Virtual Networking (OVN). Hiermee kunnen operators nodes in groepen opzetten, gebaseerd op geografische locatie, stroomvoorziening en potentiële downtime. Vervolgens kunnen ze een schema instellen waarmee edge-omgevingen toegang kunnen krijgen tot de node met de hoogste beschikbaarheid. Dit helpt bij de ondersteuning van afgelegen edge-sites en het leveren van lokale diensten. Daarnaast verbetert het de prestaties, verlaagt het de latency van het dataverkeer en verbetert het de algehele betrouwbaarheid van edge-omgevingen.