QuTech en Intel verlengen samenwerking

Intel en QuTech zijn overeengekomen om hun succesvolle samenwerking voor een langere periode voort te zetten. Nadat ze sinds 2015 hebben samengewerkt aan quantumonderzoek, met belangrijke baanbrekende resultaten als gevolg, hebben beide partijen besloten om hun samenwerking na 2025 voort te zetten.

De samenwerking tussen de twee marktleiders is vruchtbaar geweest. In de jaren dat QuTech - een samenwerkingsverband tussen de TU Delft en TNO - en Intel expertise, mankracht en faciliteiten hebben gedeeld, hebben ze baanbrekende resultaten geboekt. Wetenschappers van Intel en QuTech produceerden bijvoorbeeld de eerste industrieel vervaardigde qubit binnen Intels faciliteiten voor de productie van computerchips. Dit nieuwe onderzoek is gepubliceerd in Nature Electronics (2022).

Na meerdere wetenschappelijke successen hebben de twee daarom besloten om hun samenwerking voort te zetten. Na bijna tien jaar te hebben samengewerkt, zullen QuTech en Intel zich nu voornamelijk richten op onderzoek naar cryogene complementaire metaaloxide halfgeleiderelektronica (cryo-CMOS). Dit is een opkomende technologie die hogere prestaties levert en minder stroom verbruikt zonder de fabricagetechnologie te veranderen.

Doorbraak in cryogene elektronica
In 2021 ontwierpen en testten onderzoekers en technici van QuTech en Intel samen een cryogene chip. Deze Horse Ridge onderzoekschip van Intel kan qubits besturen die werken bij extreem lage temperaturen. Met de doorbraak in Horse Ridge werd het mogelijk om qubits te besturen met behulp van elektronische cryogene chips. Bovendien opende deze technologie ook de deur naar het oplossen van het 'bedradingsknelpunt'. Quantumprocessoren hebben namelijk elektronische besturing nodig en het aansluiten van een besturing op kamertemperatuur vereist veel draden die naar de cryogene kamer in de 'koelkast' moeten lopen. Dit belemmert de schaalbaarheid. Cryogene elektronica biedt echter nieuwe oplossingen om dit probleem aan te pakken. De resultaten van deze doorbraak zijn gepubliceerd in Nature en ISSCC.